De nachtmerrie van Saturnus

De nachtmerrie van Saturnus, duurt van 18 oktober 1984 tot 8 februari 1985. Op 18 oktober 1984 heeft Boatex kenbaar gemaakt, via collectief ontslag van haar personeelsleden, uit het Boatex Den Helder project te stappen. Voor de buitenwereld houdt Boatex er per 1 november 1984 mee op, maar eigenlijk stopt Boatex pas echt op 8 februari, nadat er vele vergaderingen en onderhandelingen zijn gevoerd. Boatex heeft inmiddels 17 miljoen in het project gestoken en maakt op dit moment een verlies van één miljoen per jaar. De aandeelhouder van Boatex - dat is het pensioenfonds - levert geen geld meer aan Boatex. Zodoende is Boatex genoodzaakt zich terug te trekken.

‌Zoals genoemd ligt het probleem bij Saturnus (ook wel East Spit genaamd). Wat is het probleem nu: ATHO wil hier graag 57 woningen gaan bouwen maar dat kan niet omdat de East Spit nog niet voorzien is van walbeschoeiing. Het bedrijf dat verantwoordelijk is, conform contract, is Boatex. Echter Boatex wil weg uit Den Helder en is niet geïnteresseerd meer geld te steken in deze wijk. Sterker nog, het is inmiddels een lege b.v. geworden waar niets meer uit te halen valt.
Inmiddels heeft iemand zich gemeld, die de jachthaven, "The Golden Anchor", The Ship Shop en de jachthaven wil overnemen. Deze persoon is dhr de Jong. Echter de heer De Jong is niet geïnteresseerd om de verplichtingen die Boatex heeft, over te nemen. De Jong wil niet voor de kosten opdraaien van de aanleg van de walbeschoeiing rond de East Spit. Op het terrein dat nog in het bezit is van Boatex rust een erfpacht. In eerste instantie had Boatex over het gehele terrein erfpacht. Echter eind 1978 is het tot erfpacht splitsing gekomen tussen ATHO en Boatex. Het deel dat ATHO kreeg was alleen dat deel waar de 200 te woningen moeten komen. De gemeente wil het stuk terrein van Boatex waar erfpacht op rust, niet splitsen en dus over laten gaan naar De Jong. Dit zal pas gebeuren nadat Boatex de walbeschoeiing rond de East Spit aanlegt of in ieder geval de kosten hiervan betaalt. Door het contract dat Boatex en de gemeente op 5 maart 1975 tekenden, kan Boatex de grond die nu in hun bezit is niet zonder toestemming van de gemeente verkopen. Boatex is verplicht de beschoeiing aan te leggen wil Boatex haar bezittingen verkopen aan derden. Legt Boatex voor 5 maart 1985 (dit is precies 10 jaar na definitief contract) de beschoeiing niet aan, dan valt de erfpachtgrond de gemeente toe. Per 1 december van dat zelfde jaar gaan dan ook de resterende bezittingen , zoals "The Golden Anchor", de jachthaven, de werf, walbeschoeiing, enz. over aan de gemeente. De gemeente is in zekere zin gedekt. Echter hier schuilt wel een addertje onder het gras. Als alles aan de gemeente toekomt, zal de gemeente een openbare verkoop moeten organiseren en daar zullen dan alleen de lucratieve dingen worden verkocht, zoals "The Golden Anchor". De verliesgevende posten, zoals de walbeschoeiing, zullen niet verkocht worden waardoor de gemeente er mee opgezadeld blijft. Dat betekent voor de gemeente dat ze kunnen gaan opdraaien voor de onderhoudskosten. Op dit moment (1984) wordt dit geraamd op 3 á 4 miljoen gulden voor de gehele wijk (het gedeelte bij de "Engelse woningen" mee gerekend want dat is nog in bezit van Boatex) en dat dient elke 20 jaar weer geïnvesteerd te worden. De beschoeiing, met uitzondering van de beschoeiing bij de "Engelse woningen", leveren niets op. Er worden immers geen steigers of beschoeiing verhuurd. De gemeente wil het er eigenlijk niet op laten aankomen dat de datum van 1 december 1985 verstrijkt en haar alle bezittingen van Boatex toekomt. Bovendien is De Jong nu geïnteresseerd in het Boatex aandeel. Wanneer dhr. De Jong moet wachten tot 1 december 1985, om het dan van de gemeente in plaats van Boatex over te nemen, is hij wellicht niet meer geïnteresseerd. Ook ATHO staat niet te springen om een vertraging van meer dan een jaar. Wanneer namelijk, per 1 december, de twee havenmeesters ontslagen worden door Boatex, gaat alles dicht - "The Golden Anchor", de jachthaven en de jachtwerf met winkel. Hierdoor dreigt de haven en dus de wijk, buiten de 66 door Boatex gebouwde woningen, een spook haven te worden. Dit bevordert nimmer de verkoop van de door ATHO te bouwen woningen. ATHO eist van de gemeente dat er voor wordt gezorgd dat De Jong het Boatex-deel kan overnemen. Gebeurt dit niet dan dreigt ATHO met een faillissement. Tevens moet de gemeente er voor zorgen dat de East Spit beschoeid wordt. De Jong is op zijn beurt weer bang dat als ATHO weigert verder te bouwen, de jachthaven in ieder geval ten dode is opgeschreven. De Jong wil er dus zeker van zijn dat ATHO door blijft bouwen.

Zoals men kan zien - het is voor drie partijen (de gemeente, ATHO en De Jong) zeer nadelig als één van de drie weg valt. De lachende "vierde" lijkt nu wel Boatex te worden terwijl het contract tussen de gemeente en Boatex juist bedoeld was om Boatex te "straffen" wanneer deze zijn overeenkomst (zoals de aanleg van alle beschoeiing) niet na zou komen. Op 23 november 1984 komt het eerste voorstel van de gemeente aan de vier partijen (de gemeente, ATHO, Boatex en De Jong) om tot een oplossing te komen. Dit voorstel luidt dat ieder een deel van de beschoeiingskosten betaalt (totaal is dat fl.610.000,- incl. btw). De infrastructuur (= wegen, riolering, enz.) op Saturnus wordt geschat op 4 ton en zal worden bekostigd door ATHO en Boatex samen.

Aangezien het voor ATHO een lastig en risicovol geheel wordt, besluiten zij een dochter onderneming op te richten, die dit verder gaat afhandelen. Twee topmensen uit het bestuur van ATHO, de heer Van Duuren en de heer Westerbeek zullen dit dochterbedrijf opstarten. De naam van dit nieuwe bedrijf, krijgt een deel van de naam van elk bestuurslid en zo ontstaat; "Duuwest B.V.". ATHO (Duuwest dus) vindt de verdeling van de kosten voor de aanleg van de beschoeiing te hoog en zijn daarom niet eens met het voorstel van de gemeente. De Jong en ATHO hebben nog een tweede probleem met dit voorstel. Stel dat de aanleg volgens een bepaald financiële formule wel tot stand komt, wie heeft dan de verantwoording voor het onderhoud van die walbeschoeiing? Noch ATHO noch De Jong hebben interesse dit op zich te nemen.

Dit betekent terug naar af - er moet een nieuwe "formule" gevonden worden. Boatex, ATHO en De Jong komen met een oplossing. Boatex betaalt 37%, ATHO 38% en De Jong 25% van de kosten, maar dan wel exclusief btw. De gemeente moet de BTW betalen, en deze vervolgens weer terug zien te krijgen van de belasting. Dit betekent dat de gemeente het risico loopt wel de BTW te moeten betalen. Maar het kan ook zijn dat de gemeente niets hoeft te betalen. Als tegenprestatie van de gemeente, verlangen de drie partijen dat de gemeente het onderhoud van de volledige walbeschoeiing in de wijk, met uitzondering van de beschoeiing bij de "Engelse woningen", voor haar verantwoording (kosten) neemt. De beschoeiing van de "Engelse woningen" blijft bij De Jong en dus onder zijn verantwoording. Als klap op de vuurpijl stelt ATHO nog een voorwaarde. ATHO wil de garantie krijgen van de gemeente, dat zij in de komende jaren 117 premie-A-woningen krijgt toegewezen. Deze 117 woningen zijn de 57 woningen van Saturnus, dat bouwfase-3 moet worden en 60 woningen van Pluto als fase-4. Deze garantie gaat de gemeente echter te ver. De gemeente weet gewoonweg niet of Den Helder de komende jaren in z'n geheel wel zoveel premie-A-woningen toebedeelt krijgt van het rijk. Dus zelfs als de gemeente het zou willen, kunnen zij deze garantie niet geven. Het tweede punt wat de gemeente niet lekker zit is het BTW risico. Na overleg binden de drie partijen in en besluiten het risico van de BTW. zelf te dragen op voorwaarde dat de gemeente zich inzet voor de teruggave van deze BTW. ATHO blijft echter vast houden aan de 117 premie-A-woningen.

Hierop komt de gemeente met het volgende voorstel (waar ATHO zich mee kan verenigen). Er wordt overeengekomen dat de gemeente aan ATHO een evenredig deel van de gemaakte kosten door ATHO voor de aanleg van de walbeschoeiing terugbetaalt. Dit gebeurt indien er minder dan 117 premie-A-woningen worden gebouwd. Tevens geeft de gemeente de garantie dat vóór 1 januari 1988 er 57 premie-A-woningen aan ATHO toegewezen zullen worden voor de East Spit. Indien de gemeente onvoldoende premie-A-woningen aan ATHO toebedeelt, wordt door de gemeente aan ATHO per gebouwd huis dat niet een premie-A-woning is, een "boete" betaald. Een gemeente kan namelijk niet onbeperkt premiewoningen laten bouwen. Hiervoor heeft de gemeente toestemming nodig van het rijk. Het Rijk geeft aan elke gemeente in Nederland een aantal premiewoningen, meer mag een gemeente gewoonweg niet (laten) bouwen. Dus voor elke woning die geen premie-A-woning is en door ATHO op de East Spit is gebouwd, wordt door de gemeente fl.1750,- aan ATHO vergoed.

Als gevolg van problemen bij de toewijzing van 57 premie-A-woningen voor de East Spit, zal de gemeente per gerealiseerde andere dan premie-A-woningen, een bedrag van fl.1750,- aan ATHO vergoeden.

Na het overleg van de gemeente met de drie bedrijven moet dit plan nog worden goed gekeurd door de gemeente raad. Deze hebben echter bedenkingen op sommige punten en willen die gewijzigd zien. De heer De Jong komt met een alternatief, dat behelst, dat de gemeente uitsluitend het onderhoud op zich neemt van de walbeschoeiing langs de Industriehaven en de nieuwe beschoeiing rond de East Spit, en dat hij zich belast met alle overige bestaande walbeschoeiing in het complex. In ruil daarvoor zou de gemeente een bijdrage van fl.200.000,- excl. BTW moeten verlenen in de aanlegkosten van de walbeschoeiing rondom East Spit en zou de bijdrage van Boatex en De Jong in deze aanlegkosten worden verlaagd tot in totaal fl.50.000,-. De reden dat De Jong met dit voorstel komt is omdat hij bang is dat als de gemeente de volledige walbeschoeiing heeft, deze wellicht over een aantal jaren besluit de beschoeiing te verkopen aan de bewoners van de huizen die er nog gebouwd moeten worden. Hierdoor zullen de bewoners het recht krijgen een eigen boot voor hun tuin te kunnen afmeren. Dat betekent inkomstenverlies voor De Jong. Zoals genoemd blijft de walbeschoeiing van de East Spit van de gemeente als mede het water tot een afstand van vijf meter vanaf die walbeschoeiing. Tevens houdt de gemeente het recht de beschoeiing te verhuren aan de bewoners van de East Spit om daar een bootje aan te leggen. Daar komt nog bij dat de heer De Jong of zijn rechtsopvolger geen vergoeding kunnen vragen voor het gebruik van het hem toebehorende water. Alle partijen zijn het eens. Er kan alleen nog een verschuiving in de hoogte van de bedragen optreden. De partijen zullen gezamenlijk zorg dragen voor de aanleg van de walbeschoeiing rondom de East Spit. Deze aanleg dient uiterlijk 1 januari 1986 te zijn voltooid en zal worden gerealiseerd onder toezicht van Openbare Werken. De kosten van dit werk wordt geraamd op fl.620.000,- incl. BTW. De partijen zullen de kosten van dit werk op de volgende wijze delen (alles excl btw):

Duuwest/ATHOfl.200.000,-

De heer De Jongfl. 50.000,-

De gemeentefl.270.000,-

Totaalfl.520.000,-

De partijen dragen zelf het risico van de mogelijkheid, dat zij de over de genoemde kosten verschuldigde BTW moeten betalen.

ATHO en De Jong zullen de gemeente een bankgarantie van een kleine drie ton verstrekken. Dit bedrag zal aan de gemeente toekomen, indien de walbeschoeiing rond de East Spit niet voor 1 januari 1986 gereed is.

ATHO en De Jong zijn ieder met Boatex een niet genoemd bedrag overeen gekomen ter compensatie van hun deel in de kosten van de walbeschoeiing.

Dan is het 8 februari 1985. De dag dat de vier partijen (ATHO, Boatex, De Jong en de gemeente) op het stadhuis de overeenkomst tekenen. Hiermee is de erfpachtsplitsing tussen De Jong en Boatex een feit geworden. Voor Boatex betekent dit het definitieve einde in Den Helder en de partijen ontwaken weer uit de nachtmerrie. Eén ding heeft de gemeente wel opgemerkt; dat erfpacht niet bestand is tegen alle trucs die met al dan niet lege b.v.'s zijn uit te halen. Op 15 maart is de definitieve overdracht van de jachthaven, "The Golden Anchor", de walbeschoeiing, enz. aan de firma De Jong b.v. Op die datum komt ook het bestuur van de vereniging BHW bij elkaar en wordt de heer De Jong uitgenodigd voor een gesprek. De vereniging BHW is namelijk geïnteresseerd in de walbeschoeiing, de steigers en het water van het zuidwest bassin. Dat is het deel bij de "Engelse Woningen" en zij wil deze van dhr De Jong overnemen. Op dit moment betalen alle bewoners van de "Engelse Woningen", conform contract, een jaarlijkse huur aan de jachthaven, dus aan De Jong. In eerste instantie wordt er besloten dat de bewoners individueel met De Jong in onderhandeling gaan, voor de overname van hun steiger en hun deel van de walbeschoeiing. Uiteindelijk blijkt dit een te dure oplossing te worden aangezien elke bewoner een eigen notaris-acte moet laten opstellen. Hierdoor moet elke bewoner zijn/haar eigen notaris betalen. Het is veel beter dat dit gezamenlijk wordt gedaan, waardoor deze kosten aanzienlijk gedrukt kunnen worden. Daar komt nog bij dat niet iedereen geïnteresseerd is in de overname van de steigers. Daardoor blijven er delen in het bezit van De Jong. Het probleem dat dan ontstaat is: "wie is er verantwoordelijk voor het op diepte houden van het bassin". Er is eigenlijk maar één oplossing. Het bassin, de steigers, enz. moet in z'n geheel worden overgenomen door de vereniging BHW. Nu dit idee vast staat wordt het een drukke periode voor het bestuur van de vereniging BHW. Het wordt een tijd van onderhandelen met De Jong en het berekenen van de kosten van het onderhoud van steigers met walbeschoeiing, het op diepte houden, dus het baggeren, van het bassin en het schoonhouden hiervan. Hiervoor worden allerlei berekeningen gemaakt en vele malen komt de voltallige vereniging bij elkaar om te overleggen wat er moet gebeuren. Het bestuur is natuurlijk ook in onderhandeling met De Jong over de prijs van het bassin met alle toebehoren. Het zal tot april 1986 duren voor dat alles rond is en men overgaat tot de aankoop van het zuidwest bassin. De vereniging heeft gesteld dat vóór de overname wel alles in orde moet zijn en dat het water een diepte moet hebben van 2.20 meter. Is dat niet zo dan moet dat gedaan worden op kosten van De Jong. Voor de aankoop van het zuidwest bassin sluit de vereniging BHW een hypotheek af. Aan alle leden wordt op hun beurt door BHW een overdrachtsakte toegekend voor een renteloze onopzegbare lening. Tevens worden alle leden van de vereniging verplicht een jaarlijkse bijdrage aan de vereniging te betalen voor het op diepte houden van het bassin, het onderhoud van de steigers en beschoeiing en het schoon houden van het bassin.
Contact ‌opnemen 
Heeft u ideeën voor de wijk, wilt u iets organiseren of onder de aandacht brengen bij de gemeente? Vul het contactformulier in of neem contact op met één van de  bestuursleden.
Contactformulier
Deze website is gesponsord door: